Zaal breed 3

Impressie conferentie Veilige Kerk

‘Hoe eerder we het erover hebben, hoe eerder we het kunnen stoppen’

550 predikanten en kerkelijk werkers willen veilige(r) kerk

Onder het thema ‘Veilige Kerk – een hoopvol perspectief’ kwamen op 12 november 2024 predikanten, voorgangers, christelijke organisaties en kerkelijk werkers in de Basiliek in Veenendaal samen om na te denken over de vraag: hoe kunnen we misbruik in kerken en gezinnen voorkomen? Een verslag.

Terwijl de laatste mensen binnendruppelen, begint de conferentie met twee acteurs op een podium. Een vrouw en een man voeren een gesprekje over koetjes en kalfjes – een verhuizing en het weer – waarna de man beschroomd zijn excuses begint aan te bieden aan de vrouw. ‘Sorry dat ik er niet voor je ben geweest toen jij het moeilijk had’, zegt hij. ‘Dat ik heb gezwegen terwijl ik wist wat er aan de hand was.’ De man vertelt dat hij bang was, het niet durfde. Hij huilt.

De vrouw zegt lange tijd niets en luistert. Dan zegt ze: ‘Het doet mij ook zeer als ik zie dat jij er verdriet van hebt. Laat het los.’ Ze meent het. ‘Het is echt oké. Het is helemaal goed. Klaar.’

De zaal van 550 deelnemers is ademloos stil. De toon is gezet, waarna Veilige Kerk-voorzitter en predikant Almatine Leene de conferentie opent met gebed en Psalm 42:6:

“Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik Hem weer loven,
mijn God, die mij ziet en redt.”

‘De liefde geeft steun en kracht’

Esther van Dijk

De eerste spreker, Esther van Dijk (directeur Emancipatie Ministerie van OCW) wijst op het belang van een veilige omgeving voor slachtoffers van grensoverschrijdend gedrag. Alleen in een veilige omgeving durven zij bespreekbaar te maken wat hen is overkomen. ‘Want dat vergt moed en durf.’ Van Dijk – die zichzelf ‘niet gelovig’ noemt – is het in gesprek met christenen opgevallen dat de liefde voor God en elkaar gesprekken openen. Die liefde ‘geeft steun en kracht’, signaleert ze.

‘Ik was 5 jaar en ging uit logeren…..’


Ineens klinkt een lied. ‘Wat hou ik van uw huis, Heer van de hemelse legers’. Vanuit de zaal loopt Paul van Dam zingend het podium op. Psalm 84 in de vertolking van Psalmen voor Nu is hem dierbaar, vertelt de theoloog en – zegt hij zelf – ‘trauma-overlevende’. Op vijfjarige leeftijd is hij tijdens een logeerpartij door een tienerjongen misbruikt. De jongen zat aan zijn geslachtsdelen en had gezegd: ‘Ik kan voelen of je moet plassen.’

Hij herinnert zich de gebeurtenis in detail, maar wat daarná gebeurde is een zwart gat. ‘Innerlijk ging het licht bij mij uit.’ Paul praat er aanvankelijk met niemand over, maar in de jaren die volgen blijkt de gebeurtenis traumatisch. Hij kampt met depressies en gedachten aan de dood. Ook krijgt hij lichamelijke klachten, met name in zijn onderlichaam. Een reeks aan behandelingen volgt, totdat hij beseft dat zijn lichaam zich de pijn uit zijn jeugd herinnert. Pas na 50 jaar ‘van overleven, dissociëren, psychisch dwalen kwam de waarheid boven tafel’. Hij ging in therapie om zijn trauma te behandelen.

 

Wie wil gaan staan?

Paul vertelt dat uit onderzoek blijkt dat 1 op de 2 vrouwen en 1 op de 5 mannen ervaring heeft met seksueel overschrijdend gedrag. “Zo’n 150 vrouwen en 40 mannen hier aanwezig,” wijst Paul naar het publiek, “dragen een verleden van seksueel grensoverschrijdend gedrag met zich mee.” Hij vraagt de zaal of mensen die dit aangaat – voor zover ze dat willen – te gaan staan. Enkele tientallen mensen staan op.

Mariette Hamer

The Voice of Holland

Mariëtte Hamer (Regeringscommissaris seksueel grensoverschrijdend gedrag en seksueel geweld) is onder de indruk als ze deze mensen ziet staan. “Ik weet zeker dat er ook mensen zijn blijven zitten”, zegt ze als ze even later op het podium staat. “Uit schaamte misschien. Of dat ze denken: was het eigenlijk wel seksueel overschrijdend?”

Hamer is sinds 2022 met haar team aan de slag om grensoverschrijdend gedrag in verschillende sectoren in de samenleving tegen te gaan. Ze wijst op drie rollen die iemand kan hebben: het slachtoffer, de bewuste of onbewuste pleger en de omstanders.

Informele macht

Volgens Hamer hebben in veel organisaties mensen méér macht dan dat ze zelf misschien denken. Met een verwijzing naar de misstanden bij het televisieprogramma The Voice of Holland, noemt ze als voorbeeld de functie van televisiepresentator. Binnen een omroep heeft een presentator in de hiërarchie weinig formele macht. Hij of zij is geen leidinggevende. Toch kan een presentator vanwege de status en charisma veel informele macht toegekend worden. Zo is het ook in de kerk. Informele macht en de macht van het woord (bijvoorbeeld door te zeggen dat we in de kerk allemaal gelovig zijn) kan ervoor zorgen dat een slachtoffer makkelijk onder druk gezet wordt. Dat kan ook spirituele schade opleveren. Hamer: “Iedereen die denkt: ‘ik heb geen macht’, moet even nadenken: onderschat het niet, denk eens na over je rol.”

Bovendien, zegt Hamer, speelt in de kerk de spirituele kant een belangrijker rol dan in andere sectoren van de samenleving. “Wees je daarvan bewust”, houdt de regeringscommissaris de kerkgangers in de zaal voor.

Geef erkenning!

Wat is er nodig om een cultuur te veranderen? Dat begint bij het erkennen bij het verhaal van het slachtoffer, zegt Hamer. Als je geen erkenning krijgt, werkt dat bij slachtoffers traumaversterkend. Maar al te vaak gaat de discussie over bijzaken (Kan de dader wel presentator blijven? Mag het programma op de buis blijven?), terwijl het slachtoffer vergeten wordt. “Het gaat te weinig over de melders. Het moet altijd om de erkenning van het slachtoffer gaan. Géén erkenning krijgen is soms erger trauma dan het eerste eigenlijke trauma. Laten we slachtoffers dus erkennen.”

Hamer past haar betoog toe op de kerkelijke context. “Vooral in de kerk – waar mensen naartoe gaan voor troost en begeleiding – is dat heel belangrijk. In de kerk wordt vaak gezegd: ‘Je bent niet alleen’. Geef dat met elkaar dan ook vorm.”

In religieuze gemeenschappen, weet de regeringscommissaris uit onderzoek, is de herkenning van grensoverschrijdend gedrag bovendien minder groot dan in andere ‘sectoren’ in de samenleving. Haar oproep laat zich raden: “Daar heeft u met elkaar een gesprek over te voeren!”

De kerk als familie

Bij misbruik in familie kan een slachtoffer vaak dubbele loyaliteit hebben naar de pleger. Dat maakt het doen van een melding moeilijker. Slachtoffers kunnen twijfelen aan de eigen ervaring, ‘want dat doet zo iemand toch niet?’ Hamer vraagt in het bijzonder de aandacht voor ‘de kerk als familie’, waar een dergelijke dubbele loyaliteit dus ook kan spelen.

Op werkbezoeken in het land, maakt Hamer wel mee dat mensen trots zeggen dat hun organisatie nog nooit een melding van seksueel overschrijdend gedrag hebben gehad. “Dan zeg ik: ‘Dan zou ik maar eens goed naar je organisatie gaan kijken’.”

Met andere woorden: het kán bijna niet dat er nooit iets voorgevallen is. Als ze na verloop van tijd deze mensen weer spreekt, vertellen die dat ze gelijk had. Nadat er in hun organisatie vertrouwenspersonen zijn aangesteld, kwamen de meldingen inderdaad binnen.

‘Aan wiens kant staat God?’
In een panelgesprek tussen evangelisch voorganger Jan Pool, theoloog Marie Hansen-Couturier en Almatine Leene krijgt de ochtend meer focus op grensoverschrijdend gedrag binnen de christelijke wereld. Hansen-Couturier doet aan de Protestantse Theologische Universiteit promotieonderzoek naar het onderwerp. Ze vertelt: ‘De misbruiker gebruikt God soms voor het eigen belang. Hij zegt dan bijvoorbeeld: ‘God vindt dit oké’. Het slachtoffer kan daardoor een ingewikkelde relatie krijgen met God omdat het zich afvraagt: aan wiens kant staat God eigenlijk? Juist dan is het van belang je te realiseren dat je er in je relatie met God helemaal mag zijn, met al je emoties en woede en frustratie.’

Kwetsbaarheid
Jan Pool heeft op verschillende manieren kennis gemaakt met grensoverschrijdend gedrag. Op zijn elfde werd hij zelf slachtoffer van seksueel misbruik, als volwassene kreeg hij in zijn werk te maken met grensoverschrijdend gedrag van een evangelisch leider en bovendien kent hij als voorganger twee tieners die seksueel misbruikt zijn. Jan pleit voor een cultuur waarin mensen zich veilig voelen om misbruik te melden. “Kwetsbaar leiderschap is daarbij heel belangrijk”, zegt Pool. “Nadat ik zelf open ben geworden over wat mijzelf is overkomen, durfden mensen naar mij te komen met hun verhaal.”

Vergeving
Een heet hangijzer is: vergeving. Veel slachtoffers denken dat ze de dader moeten vergeven. De panelleden wijzen erop dat een veilige kerk niet te snel over vergeving moet beginnen. Jan Pool kent jongens die slachtoffer waren van seksueel misbruik. Woedend waren ze. “Ik vind dat we te snel zeggen dat je de dader moet vergeven. Nee, de boosheid moet er eerst uit!”

Hij weet dat in sommige therapieën slachtoffers zelfs met stoelen smijten, om de boosheid maar te kunnen uiten.

Almatine Leene knikt. Ook zij vindt dat het niet te snel over vergeving moet gaan. “Hebben we het al snel over vergeving of ook over de God van recht?” Leene wijst op bijbelverhalen waarin mensen alleen staan – zoals de verhalen over Tamar of Jozef, die beiden met seksueel grensoverschrijdend gedrag te maken kregen – en niemand hen zag staan. “Maar God ziet je wel!”, benadrukt Leene. “Zulke bijbelverhalen kunnen voorgangers moed geven om er in hun gemeente over te hebben. In de Bijbel staat heel veel wat we kunnen gebruiken voor preken.”
Dat kan helend zijn voor slachtoffers, maar evenzogoed voor daders. Leene wijst op het grensoverschrijdende gedrag van koning David richting Bathseba en de bijbels oproep om verborgen zonden in het licht te brengen. “Als je ze niet aan het licht brengt, blijft dat je kwellen. ‘Breng het aan het licht’, zegt Jezus. Dat kan bevrijdend werken. We hebben allemáál Gods genade nodig.”

‘Het hele dorp wist het’

Slachtoffers en daders maken deel uit van het verhaal, maar óók de omstanders. Journalist Rinke Verkerk, auteur van de bestseller ‘Het hele dorp wist het’, benadrukt dat de gemeenschap ook een rol heeft rond misbruik. Haar boek is uit haar eigen leven gegrepen: een schoolvriendinnetje nam haar op de middelbare school in vertrouwen en vertelde dat ze was misbruikt door haar opa. Verkerk kon er niets mee en besloot het meisje te mijden. Pas na twintig jaar zocht ze haar weer op en schreef een boek over haar verhaal. De titel – ‘Het hele dorp wist het’ – zegt alles, vertelt Verkerk. ‘We kennen allemaal slachtoffers en daardoor meestal ook daders. Het hele dorp wist alles van de familie waar het misbruik plaatsvond, maar toch greep niemand in. Dat komt doordat we het niet willen weten. We willen er niet mee dealen.”

Verkerk pleit ervoor om het geheim rond seksueel misbruik te doorbreken. ‘Een tegenbeweging is: het verhaal moet integreren in het weefsel van de gemeenschap. Het zijn ónze slachtoffers. Het zijn ónze daders. Het gesprek is noodzakelijk.’

Want als de gemeenschap het verhaal en de gevoelens van een slachtoffer niet erkent, zorgt dat voor ‘een tweede verkrachting’. Verkerk schiet vol: ‘Het echte trauma is wat kinderen over zichzelf gaan geloven: dat er is iets fundamenteels mis is met mij, dat ik iets gedaan heb waardoor ik in deze situatie zit. Ze gaan over zichzelf geloven: ik ben slecht, vies, stout. Ik ben verantwoordelijk voor dit misbruik. En dat is precies wat daders willen. Terwijl: kinderen zijn volkomen onschuldig aan het misbruik.’

Geen geheimpjes
Een vrouw uit de zaal deelt via de open microfoon een tip om het doorbreken van ‘geheimpjes’ te bevorderen. Haar tienerdochter hoort van klasgenoten verschillende heftige problemen aan; veel meiden weten haar te vinden. De vrouw heeft met haar dochter afgesproken dat zij voortaan zegt: ‘Prima dat je me dit vertelt, maar ik vertel het óók aan mijn moeder. En je bent altijd bij mijn moeder welkom.’ Op die manier is het luisteren minder belastend voor de dochter en wordt zij niet meegezogen in geheimen. Rinke Verkerk reageert enthousiast: ‘Een fantastisch advies! Geheimpjes moeten lekgeprikt worden.’

Veilige kerk… ook voor de dader!
Een andere vrouw vraagt door de open microfoon aandacht voor de dader. ‘Ik wil een lans breken om een veilige kerk te bieden voor de dader, om ze te helpen naar een ander leven toe.’

Rinke beaamt het. ‘Als je slachtoffers wilt helpen, moet je plegers menselijk maken. Ze moeten straf krijgen en verantwoordelijk gehouden worden, maar je moet ze niet isoleren. Dus verketter ze niet.’

Twee kaarsen

Alexander Veerman steekt een kaars aan voor zijn overleden vrouw Esther, maar niet voordat hij haar verhaal heeft verteld. Esther Veerman werd misbruikt in haar jeugd en richtte in 2012 de stichting ‘Kunst uit geweld’ op. Hiermee bood ze een podium voor mensen die te maken hadden met huiselijk geweld en seksueel misbruik. Alexander: ‘Liefdevol besprak ze de beelden die haar door zoveel zoekende mensen werden aangereikt: wie ben je? Wat is je verhaal? En zo werd de naam van die ander onthuld.’

Alexander Veerman vertelt dat het geloofsgemeenschappen soms aan moed ontbreekt om de moeilijke verhalen van misbruik en geweld aan te horen ‘en mensen vrij te luisteren’. ‘Het ontbreekt soms zo aan kennis en tools om als geloofsgemeenschap een weg te vinden in alle mechanismen die een rol spelen in de dynamiek van geweld. Het ontbreekt geloofsgemeenschappen soms aan geduld en mildheid voor slachtoffers van misbruik en geweld.’

Dan steekt Alexander een kaars aan voor Esther. Almatine Leene steekt een tweede kaars aan voor iedereen die te maken heeft gehad met seksueel overschrijdend gedrag. Muzikanten Bas Nijhuis en Miranda de Vlieger zingen het eerder speciaal voor Esther geschreven lied ‘Schilder mij’.

Franciscaanse zegenbede
Aan het einde van een dag vol emoties en indrukken geeft Almatine Leene de aanwezigen de Franciscaanse zegenbede mee.

 

Moge God ons zegenen met onrust bij gemakkelijke antwoorden, halve waarheden, en oppervlakkige relaties zodat er diepgang vanuit ons hart moge leven.

Moge God ons zegenen met boosheid over onrechtvaardigheid, onderdrukking, en uitbuiting van mensen zodat we werken voor rechtvaardigheid, vrijheid, en vrede.

Moge God ons zegenen met tranen die we plengen voor hen die lijden door pijn, verwerping, honger, en oorlog zodat we onze handen zullen uitstrekken tot troost.
En moge God ons zegenen met zoveel dwaasheid dat we geloven een verschil te maken in de wereld.

Zodat we kunnen doen waarvan anderen zeggen dat het onmogelijk is.

Tekst: Sjoerd Wielenga i.o.v. Stichting Veilige Kerk
Foto’s: Nathalie van der Straten

Overname van foto’s voor verwijzing naar deze conferentie is toegestaan met bronvermelding: © Veilige Kerk/Nathalie van der Straten.